Ankerplaats, datums en evenementen
U kunt een keuze maken in welke evenementen in welk jaar u geïnteresseerd bent.
 2024 (8) 2023 (11) 2022 (6) 2021 (4) 2020 (5) 2019 (7) 2018 (11) 
2017 (6) 2016 (6) 2015 (6) 2014 (14) 2013 (13) 2012 (13) 2011 (12) 2010 (17) 
2009 (18) 2008 (25) 2007 (19) 2006 (3) 2005 (1)    
Museumschip Vlotburg in Wageningen in de Rijnhaven begint op 04.10. tot 05.11.2024


Beleef de Middeleeuwen tijdens ons bezoek aan Wageningen, elke dag tussen 10:00 en 18:00 uur.






Geschiedenis van Wageningen



Dakpannen met het stempel van een Romeins legioen zijn gevonden op de bodem van de Wageningse Berg. Er is echter geen bewijs voor een Romeinse positie aan deze noordkant van de Rijn. De Romeinse Vada verwees waarschijnlijk naar een nederzetting bij het Noord-Brabantse dorp Kessel aan de Maas en niet naar Wageningen, zoals lang werd aangenomen.

De oudst bekende nederzetting in Wageningen als voorloper van de stad lag waarschijnlijk aan de voet van de Holleweg. Dès le début de l'époque médiévale, le site a été agrandi ; au nord de la colline de Wageningen, on a trouvé des restes de tuf et d'autres matériaux de construction. In de loop van het tweede millennium ontwikkelde zich een nieuwe wijk aan de voet van de bergen. Na de bouw van een kasteel, dat de Wageningse Bergsvallei verbond met de Hoogstraat ten oosten van de stad, lag de stad in de laatste buurt van de stad, de Heerenstraat (of Achterstraat) en de kerk. Later werd ook aan de noordzijde van de Hoogstraat het reguliere zijstratenpatroon (Beuningstraat, Junusstraat, Rouwenhofstraat, Riemsdijkstraat) aangelegd en op 12 juni 1263 kreeg Wageningen stadsrechten van graaf Otto II van Gelre.

Na de ontmanteling van de vestingwerken in de 19e eeuw werd een deel van de voormalige stadswallen bebouwd, waaronder de bebouwing ten oosten van de Schoolstraat en Molenstraat en de bebouwing aan het Emmapark. Op de voormalige westelijke muur werden aan het begin van de 20e eeuw een synagoge en een baptistenkerk gebouwd. Deze twee gebouwen werden in 1940 gesloopt en zijn nooit op dezelfde plaats herbouwd. Na de Tweede Wereldoorlog werd de muur gerenoveerd naar aanleiding van de aanleg van de Walstraatstraat en werden in een deel van de muur studentenwoningen gebouwd. Deze laatste staan er vandaag de dag nog steeds. Tot slot werd in 2000 op de plek van de voormalige vestingwal naast de weg een monument onthuld ter nagedachtenis aan de vele Joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog uit Wageningen.

Andere delen van de voormalige vesting kregen een parkachtige structuur, zoals het voormalige Noorderplantsoen. Lors de la construction d'une rue verte (Plantsoen), un élément de cette structure a été construit. De Hoogstraat, die de haven van Berg en de haven van Nudepoort in het oosten met elkaar verbindt, is al vele jaren de straat waar winkeliersbewoners wonen. Deze straat is sinds 1975 autovrij. In de nombreuses autres rues de la Hoogstraat, comme Kapelstraat, Nieuwstraat et Junusstraat, on trouve également de grandes concentrations de l'histoire de l'art. Gastronomie is geconcentreerd op het marktplein, de Heerenstraat en de Molenstraat.

Tussen ongeveer 350 en 900 werd de champ de tir gebouwd, gelegen in de hoek van de Geertjesweg en de Diedenweg. De appartementen liggen in de verschillende dorpen van Wageningen, die op de grens tussen de stuwwal en het Binnenveld liggen. Bekend zijn de dorpen Peppeld (bij Wildekamp) en Leeuwen (in de buurt van de restaurants Het Gesprek, c'est-à-dire De Keijzer); de karakteristieke drinkbak of de dakgoot zijn in deze twee dorpen nog niet aanwezig. De buurtschap Dolder lag op de kruising Van Uvenweg/Churchillweg/Dolderstraat. Dolder of Thulere werd al in 838 genoemd, evenals Brakel (Bracola) op de hoek van de Julianastraat en de Van Uvenweg.

De verschillende buurtschappen werden volgens hetzelfde principe gebouwd: boerderijen rond een gemeenschappelijk landbouwgebied (Brink), ten oosten het bouwland (smal op het toen veel grotere Wageningen) en ten westen de buurtschappen de weilanden in het Binnenveld, zeer regelmatig aangelegd. Dit Binnenveld werd vanaf de dertiende eeuw in cultuur gebracht.

Belangrijke boerderijen waren de Stenen Kamer in Dolder (gebouwd in 1597, afgebroken in 1954) en de Tarthorst aan de Tarthorsterweg, nu Haverlanden (afgebroken in 1969). Les fermes ont été reliées, par des travaux de terrassement, à la ville de Binnenveld. De schapendrift Droevendaalsesteeg is relatief intact gebleven. Oude elzen zijn nog steeds te vinden langs het pad.

Naast een handelshaven was Wageningen ook belangrijk voor de graven en hertogen van Gelre als vesting tegen de bisschoppen van Utrecht en later de hertogen van Bourgondië. La vieille ville (plus petite qu'à l'époque) et certaines parts de la ville (rénovée) sont encore à voir. De laatste koning, Karel van Egmond, is dood; daarom wordt in 1526-1527 het kasteel van Wageningen, gelegen in het centrum van de stad, herbouwd. De funderingen van drie mannen en een deel van de buitenmuurfamilie zijn niet meer zichtbaar. Eind 19e eeuw werd op het voormalige kasteelterrein de woonwijk Bowlespark gebouwd, waarvan het grootste deel nog bestaat en beschermd is als gemeentelijk monument.

In 1702 werd Kasteel Wageningen door de Staten van Gelderland verkocht aan Anna Maria Ripperda, weduwe van Drost Assueer Torck, moeder van de laatste Drost Lubbert Adolph Torck. La famille Torck transformeerde het kasteel tot een klein kasteel met een tuin in barokke stijl. Lubbert Adolph Torck was getrouwd met Petronella van Hoorn, de kleindochter van een van de gouverneurs van Indië, die hem had bezwangerd. Later erfde hij kasteel Rosendael in Rozendaal bij Arnhem van zijn tante. Torck was politiek actief in La Haye en als minister van Landbouw in Wageningen nam hij deel aan verschillende onderzoeken. Hij investeerde in de stad, waar hij dorpen bouwde voor de bewoners van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Dit project is erg belangrijk, omdat Wageningen in 1873 een uniek complex - de "Bassecour" - neerzette om de nationale school voor plattelandseconomie in de stad te huisvesten.

Wageningen had in het verleden verschillende windmolens. Auparavant, au Moyen-Âge, on trouvait deux éoliennes sur le chemin de la mort, le chemin général de Foulkes. De laatste van deze molens, de Eendracht, werd rond 1996 gesloopt. Molen De Vlijt, gebouwd aan het einde van de 19e eeuw, ligt aan de Harnjesweg, vroeger omgeven door landbouwgrond. Deze molen is een van de weinige die nog professioneel in bedrijf is, er is met name een grote hoeveelheid biologisch gemalen graanproducten verkrijgbaar.



Quelle : Wikipedia.