Geschiedenis Gouda (Bron: Wikipedia)
Tijdbalk van de geschiedenis van Gouda.
Rond het jaar 1000 was het gebied waar nu Gouda ligt drassig en bedekt met een moerasbos, met daarin kleine riviertjes, zoals de
Gouwe. In de 11e en 12e eeuw begon men met het ontginnen van
veen ten oosten en westen van de stad en langs de oevers van de Gouwe. In 1143 werd de naam Gouda voor het eerst vermeld in een oorkonde van de graaf van Holland.
[8]
In de 13e eeuw werd het riviertje de
Gouwe door een kanaal verbonden met de
Oude Rijn en de monding in de
Hollandse IJssel werd uitgebreid tot een haven. Aan de rand van de stad verrees in de 14e eeuw het
kasteel van Gouda, dat de haven moest beschermen. Door deze ontwikkelingen ontstond een vaarroute, die werd gebruikt voor handel tussen
Vlaanderen en
Frankrijk met
Holland en het
Oostzeegebied. In 1272 verleende
Graaf Floris V stadsrechten aan Gouda, dat inmiddels een belangrijke plaats geworden was.
In 1361 en 1438 richtten
stadsbranden grote schade aan in de stad. Zo zouden bij de
stadsbrand van 1438 slechts vier huizen gespaard zijn gebleven.
[9] Na de verovering van Gouda door de Geuzen op 21 juni 1572 werd het kasteel van Gouda in 1577 gesloopt, om het zo niet in handen te laten vallen van de Spanjaarden bij een eventuele herovering. Het is echter maar de vraag of dit de daadwerkelijke reden van de afbraak was, of dat de Goudse bevolking de oorlog aangreep om zich van het kasteel en zijn eigenaar te verlossen.
[10] De definitieve afbraak van het kasteel werd pas in 1808 voltooid, toen de Chartertoren werd gesloopt. Nog voordat het kasteel volledig was gesloopt, verrees ter hoogte van de vroegere binnenplaats op de fundering van het kasteel een molen. Nadat deze molen in 1831 was afgebrand, werd deze een jaar later vervangen door de molen
't Slot, die nog altijd overeind staat.
Kaart van Gouda in 1652 door
Blaeu
In het laatste kwart van de 16e eeuw had Gouda ernstige economische problemen. In de eerste helft van de 17e eeuw krabbelde de stad weer op en tussen 1665 en 1672 kende de stad zelfs een tijd van grote vooruitgang en bloei. Toen in het
rampjaar 1672 echter de
Hollandse Oorlog uitbrak kende de stad opnieuw een economische terugval. Hoewel de economie na 1700 nog eenmaal opveerde, zou de terugval uiteindelijk tot ver in de 19e eeuw duren. In 1673 werd Gouda voor de vierde en ergste maal getroffen door de
pest. De epidemie kostte 2.995 mensen het leven, ongeveer 20% van de bevolking. Bovendien kreeg Gouda te maken met opstandige boeren uit de omgeving, die in juni 1672 het stadhuis 24 uur lang bezetten.
De Tiendewegspoort op een schilderij uit 1858 van Gijsbert Johannes Verspuy. De poort was vier jaar daarvoor reeds afgebroken.
In de 19e eeuw werden de stadsmuren van Gouda gesloopt; de laatste
stadspoort werd in 1854 afgebroken. In deze periode had Gouda ook te maken met
cholera-epidemieën, de eerste uitbraak was in 1832 een feit.