Liegeplätze, Termine und Veranstaltungen
Bitte wählen Sie das Veranstaltungsjahr aus.
 2024 (9) 2023 (11) 2022 (6) 2021 (4) 2020 (5) 2019 (7) 2018 (11) 
2017 (6) 2016 (6) 2015 (6) 2014 (14) 2013 (13) 2012 (14) 2011 (12) 2010 (17) 
2009 (18) 2008 (25) 2007 (19) 2006 (3) 2005 (1)    
Museumschip Kasteel Vlotburg bij het IJsselfestival in Zutphen vom 19.06. bis 28.06.2022
Bezoek ons in Zutphen...en speciaal tijdens het gezellige IJsselfestival 2022 in Zutphen!

Wij zijn open van 19 juni tot 28 juni, iedereen is van harte welkom!


HET IJSSELFESTIVAL ZUTPHEN is op (koop)zondag 26 juni 2022 van 11.00 uur tot 17.00 uur!

Bron: Google Maps

Geschiedenis

Zutphen ontstond in de Romeinse tijd als Germaanse nederzetting op een rivierduinencomplex. De plaats is al meer dan 1700 jaar continu bewoond en is een van de oudste steden van Nederland. De naam Zutphen is ontstaan uit Zuid venne, een rivierduinencomplex tussen drassige weidegrond. De nederzetting bleef in de vroege Middeleeuwen op het huidige 's-Gravenhof bestaan, dit in tegenstelling tot veel andere woonplaatsen in de Volksverhuizingentijd. Na de incorporatie van de IJsselstreek bij het Frankische rijk rond 800 werd Zutphen een grafelijk bestuurlijk centrum.

In de late 9e eeuw werd Zutphen verwoest bij vikingaanvallen, waarna aan het einde van die eeuw een ronde ringwal werd opgericht met drie grachten eromheen: een 20 meter brede U-vormige gracht, een spitse smalle gracht erbuiten en op 11 meter hierbuiten een derde V-vormige gracht, deze laatste 5 meter breed en 2 meter diep. De loop van de markten Groenmarkt, Houtmarkt en Zaadmarkt zijn nog een deel van die voormalige ringwal en gracht. In het midden van de 11e eeuw werd Zutphen enige tijd een vorstelijke residentie en werd er een palts gebouwd en een grote kapittelkerk gesticht, de huidige Sint Walburgiskerk. Sinds 1046 was de bisschop van Utrecht landsheer van het Zutphense graafschap en de burg. In de loop van de late 11e eeuw en de vroege 12e eeuw wisten de graven van Zutphen steeds meer macht naar zich toe te trekken. Onder de Gelderse graven werd de grafelijke stad (sinds 1138 via huwelijk in Gelderse handen gekomen) snel groter en economisch belangrijker.

Zutphen (1559-1608)
Berkelpoort
Sint Walburgiskerk met stadsmuurGraaf Hendrik I van Gelre en Zutphen (1138-1181) liet een nieuwe nederzetting van handelaren en ambachtslui buiten de ringwalburg van een eigen omwalling voorzien. De wal bevatte twee tufstenen poorten en zeven of acht tufstenen torens. Dit gaf de stad de allure van de bisschoppelijke steden Deventer en Utrecht. In dit stadsgebied vestigde de graaf een eigen hof dat in 1293 geschonken werd aan de Dominicaner broeders.

Deze locatie lag goed op de kaart bij de kooplieden, en Zutphen groeide snel en werd een van de Hanzesteden. Al in ongeveer 1190 (feitelijk tussen 1191 en 1196) kreeg Zutphen stadsrechten toegewezen door Graaf Otto van Gelre (1181-1207). Veel Gelderse steden (waaronder Arnhem, Doesburg, Doetinchem, Harderwijk, Lochem en Hattem, maar niet Nijmegen, Zevenaar en Huissen) ontleenden hun later verleende stadsrechten aan die van Zutphen. De stad werd ommuurd in de 13e eeuw en uitgebreid met de in de 13e eeuw door de graaf gestichte Nieuwstad. Zutphens gouden eeuw was de 14e eeuw. Zutphen werd de hoofdstad van de Graafschap Zutphen. De stad nam onder meer deel aan de Oostzeehandel.

Tijdens de pestepidemie in 1349 werden alle joodse inwoners van Zutphen, alsmede van de andere steden aan de IJssel gedood. Men geloofde dat de joden achter de epidemie zaten; zij zouden het water hebben vergiftigd. De werkelijke oorzaak dat er onder de joden minder slachtoffers vielen was dat zij strikte, door hun geloof voorgeschreven hygiënische regels hanteerden, waaronder het regelmatig wassen van de handen.

Zutphen heeft gedurende enkele honderden jaren het stedelijke muntrecht gehad, maar actief gemunt is er slechts in vier muntperioden: 1478-1480, 1582-1583, 1604-1605 en 1687-1692. In eerdere perioden is ook door de Zutphense graven te Zutphen gemunt (Otto I de Rijke, ca. 1070-1090 en Hendrik I, circa 1150-1181, en Otto I (1181-1207), en later door de hertogen van Gelre (1499) en de provincie 1582-1583)).

De 16e eeuw bracht moeilijke tijden voor Zutphen door de opkomst van andere steden en de Tachtigjarige Oorlog met de Spanjaarden. Na de roerige Gelderse oorlogen in de eerste decennia van de 16e eeuw werden de vestingwerken van Zutphen gemoderniseerd. Toch mocht dit niet baten. Op 17 november 1572 werd de stad door de Spanjaarden onder Don Frederique, de zoon van de hertog van Alva, ingenomen nadat graaf Willem van den Berg de stad in juni van dat jaar had ingenomen. Er volgden jaren van wisselende bezetting en belegeringen. Het grootste deel van de bevolking was weggetrokken of vermoord. In 1591 werd de stad heroverd door Maurits van Nassau. Dit luidde het begin in van een lange periode van Zutphen als vestingstad en garnizoensstad. In 1672 (Rampjaar) werd Zutphen veroverd door het Franse leger. De grote kerk werd opnieuw ingericht voor de katholieke eredienst maar werd na het vertrek van de Fransen weer teruggegeven aan de protestanten.

Kort na 1700 werd de vesting Zutphen uitgebreid naar ontwerp van Menno van Coehoorn en uitgebreid met de linies van Wambuis en van Hoorn aan het eind van die eeuw. Het werd een nieuwe gordel van lunetten en hoornwerken die de vijandelijk geschut nog verder van de stad moest houden. Zutphen was honderden jaren ingeklemd in haar vestingwerken. De bevolking groeide gestaag van 7500 inwoners in 1795 naar meer dan 15.000 in 1860 op slechts 40 hectare grond binnen de muren. De ruimtelijke groei begon weer toen in 1874 de vesting Zutphen werd opgeheven, en de muren om de stad verwijderd konden worden. Enkele delen van de vestingwerken zijn nog zichtbaar, zoals het Bourgonje bolwerk aan de IJsselkade, ook bekend als 'de Bult van Ketjen'.

Tegenwoordig zijn in het centrum van Zutphen nog vele sporen te vinden van deze tijd, zoals van de ommuring: de Drogenapstoren uit 1444, de Bourgonjetoren uit 1457 de kruittoren (begin 14e eeuw), de Spaanse Poort (een barbacane voorpoort van de oude Nieuwstadspoort uit 1537), diverse waltorens aan de Bornhovestraat en Armenhage (13e eeuw). Daarnaast zijn er ook nog grote stukken stadsmuur te vinden, waaronder een stuk bij de Drogenapstoren, en een stuk bij de Berkelpoort uit het begin van de 14e eeuw met resten van twee waltorens. De middeleeuwse binnenstad van Zutphen herbergt achter de veelal jongere gevels een grote hoeveelheid bakstenen huizen uit de late Middeleeuwen. Vele tientallen dateren zelfs tot en met de kapconstructie van voor 1400. Er zijn drie middeleeuwse kerken (zie verder) en resten van diverse kloosters en hospitalen.

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Zutphen