Wij liggen nu in Alphen aan den Rijn op 2 locaties!
TOT VRIJDAG 22 JUNI:
t/o Rijnhavenkade 2
2404 HB Alphen aan den Rijn
ZATERDAG 23 TOT 27 JUNI:
t/o de Oudshoornse kerk Oudshoornseweg 90 2401LC Alphen aan den Rijn
- Zaterdag 23 juni is er namelijk de Zomermarkt van 09:30 - 15:00 uur -
Ontdek het leven in de middeleeuwen.
Bron: Google Maps
Vlag van Alphen aan den Rijn
Geschiedenis
Het gebied van Alphen aan den Rijn werd al in het midden van de eerste eeuw bewoond en is daarmee een van de oudste nederzettingen in Nederland. In de Romeinse tijd was de Oude Rijn de hoofdtak van de Rijn die in open verbinding stond met de Noordzee en dus getijden kende. De rivier zette bij overstromingen zand en klei af, waardoor een landschap van oeverwallen en kommen ontstond. In Alphen is dit nog herkenbaar in de naamgeving van de stadsdelen "Hoge zijde" en "Lage zijde", aan de linker- respectievelijk de rechteroever van de rivier.
Romeinse tijd
In de Romeinse tijd was de loop van de Rijn in de Lage Landen decennia lang een zwaar bevochten grensgebied waar veel legereenheden waren gestationeerd. In het jaar 12 na Chr. accepteerde generaal Tiberius, later keizer, de zuidelijke oever van de Rijn als noordelijke grens van het Romeinse Rijk (Limes) en vanaf de regering van de Romeinse keizer Caligula(37 - 41 na Chr.) werden langs de Rijn versterkte legerplaatsen met burgernederzettingen gebouwd om deze grens te consolideren. [2][3][4] De eerste burgers waren deels afkomstig uit door de Romeinen verslagen stammen, deels waren het Germanen die hun voordeel zagen in samenwerking met de nieuwe heersers.[5]
Op de plek waar nu het nieuwgebouwde centrum van Alphen aan den Rijn Hoge Zijde is, tegenover de monding van riviertje de Aar in de Rijn, stond verdedigingsfort (Latijn: castellum) Albaniana, met manschapsbarakken, werkplaatsen ( fabrica), haardplaatsen, graanschuur, badhuis, straten, waterputten, grachten, wachttorens, verdedigingswal, rivierbeschoeiing en kades. De bouw moet zijn begonnen in het jaar 40, waarmee het een van de oudste Romeinse forten aan de Rijn was.
Bij kleinere archeologische opgravingen in de periode 1953 tot 1998 onder leiding van archeologen en bij grootschalige opgravingen in 2001 en 2002 door de Radboud Universiteit, gefinancieerd door gemeente, provincie en het rijk, zijn duizenden grondsporen en tienduizenden, vaak kleine, objecten uit die tijd gevonden die samen het archeologische verhaal van Albaniana vertellen. Een van de belangrijkste zijn brokstukken van een kalkstenen plaat met inscriptie uit de stenen hoofdpoort.[6][7] De Romeinen bouwden waarschijnlijk de eerste brug over de Oude Rijn en ze legden tussen Maas en Oude Rijn (tussen Alphen en Leiden) het Kanaal van Corbula aan.
In het tot de gemeente Alphen horende dorp Zwammerdam zijn bij archeologische opgravingen door de Universiteit van Amsterdam tussen 1968-1971 uitgebreide resten van de Romeinse nederzetting Nigrum Pullum gevonden. [8] Bij opgravingen tussen 1971-1974 zijn deels intacte resten van zes verschillende soorten schepen uit de 2e eeuw na Chr. blootgelegd, een unieke archeologische vondst. [9]
De nieuwe bewoners hadden nieuwe behoeften en zo ontwikkelde zich in en bij de Romeinse nederzettingen landbouw, handel en nijverheid. Romeinse technieken om gebouwen op terpen te bouwen, zich met dammen te beschermen tegen het water van rivieren, dakpannen en stenen in ovens te bakken, grote schepen van hout te bouwen enz. werden overgenomen. Albaniana groeide langzaam uit tot een handelscentrum in de regio. Germaanse aanvallen maakten daar omstreeks 270 na Chr. een einde aan.
Na veel strubbelingen en problemen met overstromingen, vooral in Utrecht en Leiden, werd de Oude Rijn in 1122 bij Wijk bij Duurstede afgedamd. De aftakking die eerst als 'Lek' begon werd de hoofdstroom van de rivier. Sindsdien trad de Oude Rijn niet meer buiten zijn oevers.
Middeleeuwen
In 1250 is sprake van het Hof van Alfen gelegen aan de zuidelijke oever van de Molenvliet vlakbij waar deze in de Rijn uitmondt. Een buitenplaats met een kasteel. Deze is in het bezit van de Graven van Holland, verworven van de Bisschop van Utrecht. De huidige Hoflaan herinnert hier nog aan. In 1273 wordt een pastoor benoemd en op de resten van het castellum wordt een kerkje gebouwd, gewijd aan Bonifacius. In 1474 verschijnen in de grote polder of Kerkpolder (nu Kerk en Zanen) de eerste watermolens. In 1494 ontvangt Jacob Coppier van Kalslagen het recht van Ambachtsheer over de heerlijkheden Hof van Alfen en Rietveld met het recht als bestuurder namens de graaf belastingen te heffen en ambten te benoemen.
In 1514 telt Alphen ongeveer 400 inwoners, middelen van bestaan zijn rietsnijden, turfsteken en het boerenbedrijf. Een eeuw later verschijnt in de Hoorn aan de Rijn de eerste dakpannen- en steenfabriek.[10]
In de 17e eeuw kwam Alphen tot bloei. Op 16 september 1589 gaven Schout en Ambachtsbewaarders van Alphen en Oudshoorn de opdracht een brug te leggen over de Oude Rijn.[11]De Oude Rijn wordt uitgediept, het Aarkanaal wordt gegraven en in 1664 komt het jaagpad tussen Utrecht en Leiden langs de noordoever van de Oude Rijn gereed, waarlangs met mensen of paarden trekschuiten kunnen worden voortgetrokken voor het tranport van goederen en mensen. Middelen van bestaan zijn scheepstimmerwerven, steen- en pannenbakkerijen, pijpenbakkerijen, kalkbranderijen, hennepkweek, turfsteek, lijnbanen, zaagmolens en handel in vee en zuivelproducten.
Vanaf de 18e eeuw is overgeleverd dat er meerdere Buitenplaatsen langs de Rijn zijn gebouwd, luxueuze hofsteden voor rijke burgers uit Rotterdam, Amsterdam en Den Haag, meestal zelfverzorgend met kwekerij en kleindieren-houderij, waaronder Brittenrust, Buitenstein en Rust van Onrust.[12] [13]
In de 18e eeuw werd de heerlijkheid een pleisterplaats voor postrijders en handelsverkeer over land en water. Er komt een postkantoor. Rond 1900 hebben Alphen, Oudshoorn en Aarlanderveen circa 6000 inwoners.
In 1918 wordt de gemeente Alphen aan den Rijn gevormd. Toen werden de kleinere gemeenten Alphen, Aarlanderveen en Oudshoorn samengevoegd. In 1964 werd de gemeente uitgebreid met een deel van Zwammerdam, in 2014 met Boskoop
Het wapen van Alphen aan den Rijn is toegekend op 8 mei 1918. Het bestaat uit een zwarte achtpuntige ster op een wit wapenschild. Boven op het schild staat een gouden kroon. Het schild wordt vastgehouden door twee gouden leeuwen. Het wapen was oorspronkelijk van de familie Van Alphen, een tak van de familie Van Kralingen. Ene Dirk van Cralingen (geboren voor 1189) had goederen in de buurt van Alphen en noemde zich nadien Van Alphen.
De opvallende Alphense hefbrug bij de Gouwesluis over de Gouwe werd eind jaren dertig gebouwd. De Gouwe werd verbreed om de scheepvaartverbinding tussen Amsterdam en Rotterdam te verbeteren. Soortgelijke bruggen werden in Boskoop en Waddinxveengebouwd. In de Tweede Wereldoorlog zijn er springladingen bij de brug geplaatst om deze indien nodig op te blazen, hetgeen niet nodig bleek te zijn. Door blikseminslag is echter een van de ladingen toch ontploft. In de jaren zeventig is de brug opnieuw fors beschadigd bij een aanrijding door een kraanwagen die 1,5 meter te hoog was. Parallel aan de hefbrug (voor het wegverkeer) ligt een draaibrug voor de trein.
Bron: Wikipedia
|