Bron: Google Maps
Geschiedenis Zutphen ontstond in de Romeinse tijd als  Germaanse nederzetting op een rivierduinencomplex. De plaats is al meer  dan 1700 jaar continu bewoond en is een van de oudste steden van  Nederland. De naam Zutphen is ontstaan uit Zuid venne, een  rivierduinencomplex tussen drassige weidegrond. De nederzetting bleef in  de vroege Middeleeuwen op het huidige 's-Gravenhof bestaan, dit in  tegenstelling tot veel andere woonplaatsen in de Volksverhuizingentijd.  Na de incorporatie van de IJsselstreek bij het Frankische rijk rond 800  werd Zutphen een grafelijk bestuurlijk centrum.
In de late 9e  eeuw werd Zutphen verwoest bij vikingaanvallen, waarna aan het einde van  die eeuw een ronde ringwal werd opgericht met drie grachten eromheen:  een 20 meter brede U-vormige gracht, een spitse smalle gracht erbuiten  en op 11 meter hierbuiten een derde V-vormige gracht, deze laatste 5  meter breed en 2 meter diep. De loop van de markten Groenmarkt,  Houtmarkt en Zaadmarkt zijn nog een deel van die voormalige ringwal en  gracht. In het midden van de 11e eeuw werd Zutphen enige tijd een  vorstelijke residentie en werd er een palts gebouwd en een grote  kapittelkerk gesticht, de huidige Sint Walburgiskerk. Sinds 1046 was de  bisschop van Utrecht landsheer van het Zutphense graafschap en de burg.  In de loop van de late 11e eeuw en de vroege 12e eeuw wisten de graven  van Zutphen steeds meer macht naar zich toe te trekken. Onder de  Gelderse graven werd de grafelijke stad (sinds 1138 via huwelijk in  Gelderse handen gekomen) snel groter en economisch belangrijker.
Zutphen (1559-1608) 
Berkelpoort 
Sint  Walburgiskerk met stadsmuurGraaf Hendrik I van Gelre en Zutphen  (1138-1181) liet een nieuwe nederzetting van handelaren en ambachtslui  buiten de ringwalburg van een eigen omwalling voorzien. De wal bevatte  twee tufstenen poorten en zeven of acht tufstenen torens. Dit gaf de  stad de allure van de bisschoppelijke steden Deventer en Utrecht. In dit  stadsgebied vestigde de graaf een eigen hof dat in 1293 geschonken werd  aan de Dominicaner broeders.
Deze locatie lag goed op de kaart  bij de kooplieden, en Zutphen groeide snel en werd een van de  Hanzesteden. Al in ongeveer 1190 (feitelijk tussen 1191 en 1196) kreeg  Zutphen stadsrechten toegewezen door Graaf Otto van Gelre (1181-1207).  Veel Gelderse steden (waaronder Arnhem, Doesburg, Doetinchem,  Harderwijk, Lochem en Hattem, maar niet Nijmegen, Zevenaar en Huissen)  ontleenden hun later verleende stadsrechten aan die van Zutphen. De stad  werd ommuurd in de 13e eeuw en uitgebreid met de in de 13e eeuw door de  graaf gestichte Nieuwstad. Zutphens gouden eeuw was de 14e eeuw.  Zutphen werd de hoofdstad van de Graafschap Zutphen. De stad nam onder  meer deel aan de Oostzeehandel.
Tijdens de pestepidemie in 1349  werden alle joodse inwoners van Zutphen, alsmede van de andere steden  aan de IJssel gedood. Men geloofde dat de joden achter de epidemie  zaten; zij zouden het water hebben vergiftigd. De werkelijke oorzaak dat  er onder de joden minder slachtoffers vielen was dat zij strikte, door  hun geloof voorgeschreven hygiënische regels hanteerden, waaronder het  regelmatig wassen van de handen.
Zutphen heeft gedurende enkele  honderden jaren het stedelijke muntrecht gehad, maar actief gemunt is er  slechts in vier muntperioden: 1478-1480, 1582-1583, 1604-1605 en  1687-1692. In eerdere perioden is ook door de Zutphense graven te  Zutphen gemunt (Otto I de Rijke, ca. 1070-1090 en Hendrik I, circa  1150-1181, en Otto I (1181-1207), en later door de hertogen van Gelre  (1499) en de provincie 1582-1583)). 
De 16e eeuw bracht moeilijke  tijden voor Zutphen door de opkomst van andere steden en de  Tachtigjarige Oorlog met de Spanjaarden. Na de roerige Gelderse oorlogen  in de eerste decennia van de 16e eeuw werden de vestingwerken van  Zutphen gemoderniseerd. Toch mocht dit niet baten. Op 17 november 1572  werd de stad door de Spanjaarden onder Don Frederique, de zoon van de  hertog van Alva, ingenomen nadat graaf Willem van den Berg de stad in  juni van dat jaar had ingenomen. Er volgden jaren van wisselende  bezetting en belegeringen. Het grootste deel van de bevolking was  weggetrokken of vermoord. In 1591 werd de stad heroverd door Maurits van  Nassau. Dit luidde het begin in van een lange periode van Zutphen als  vestingstad en garnizoensstad. In 1672 (Rampjaar) werd Zutphen veroverd  door het Franse leger. De grote kerk werd opnieuw ingericht voor de  katholieke eredienst maar werd na het vertrek van de Fransen weer  teruggegeven aan de protestanten.
Kort na 1700 werd de vesting  Zutphen uitgebreid naar ontwerp van Menno van Coehoorn en uitgebreid met  de linies van Wambuis en van Hoorn aan het eind van die eeuw. Het werd  een nieuwe gordel van lunetten en hoornwerken die de vijandelijk geschut  nog verder van de stad moest houden. Zutphen was honderden jaren  ingeklemd in haar vestingwerken. De bevolking groeide gestaag van 7500  inwoners in 1795 naar meer dan 15.000 in 1860 op slechts 40 hectare  grond binnen de muren. De ruimtelijke groei begon weer toen in 1874 de  vesting Zutphen werd opgeheven, en de muren om de stad verwijderd konden  worden. Enkele delen van de vestingwerken zijn nog zichtbaar, zoals het  Bourgonje bolwerk aan de IJsselkade, ook bekend als 'de Bult van  Ketjen'. 
Tegenwoordig zijn in het centrum van Zutphen nog vele  sporen te vinden van deze tijd, zoals van de ommuring: de Drogenapstoren  uit 1444, de Bourgonjetoren uit 1457 de kruittoren (begin 14e eeuw), de  Spaanse Poort (een barbacane voorpoort van de oude Nieuwstadspoort uit  1537), diverse waltorens aan de Bornhovestraat en Armenhage (13e eeuw).  Daarnaast zijn er ook nog grote stukken stadsmuur te vinden, waaronder  een stuk bij de Drogenapstoren, en een stuk bij de Berkelpoort uit het  begin van de 14e eeuw met resten van twee waltorens. De middeleeuwse  binnenstad van Zutphen herbergt achter de veelal jongere gevels een  grote hoeveelheid bakstenen huizen uit de late Middeleeuwen. Vele  tientallen dateren zelfs tot en met de kapconstructie van voor 1400. Er  zijn drie middeleeuwse kerken (zie verder) en resten van diverse  kloosters en hospitalen.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Zutphen
    