Liegeplätze, Termine und Veranstaltungen
Bitte wählen Sie das Veranstaltungsjahr aus.
 2024 (1) 2023 (11) 2022 (6) 2021 (4) 2020 (5) 2019 (7) 2018 (11) 
2017 (6) 2016 (6) 2015 (6) 2014 (14) 2013 (13) 2012 (14) 2011 (12) 2010 (17) 
2009 (18) 2008 (25) 2007 (19) 2006 (3) 2005 (1)    
Museumship Vlotburg Castle in Franeker vom 10.01. bis 04.03.2019
Kom ons bezoeken in Franeker, wij liggen aan de Zuiderkade. (Postcode 8801MK)

Museumschip Kasteel Vlotburg in Franeker
Bron: Google Maps

Geschiedenis

Historische kaart van Franeker


Franeker zou rond 800 zijn ontstaan als een Karolingisch castellum. De naam zou afkomstig zijn van "Froon-acker", ofwel "land van de heer/koning"; de oudste straat van de stad heet nog steeds Froonacker. Van de 11e eeuw tot de 16e eeuw ontwikkelde Franeker zich tot het bestuurlijk centrum van noordelijk Westergo. In de 15e eeuw vestigde hertog Albrecht van Saksen zich in Franeker. Het stadje leek zich tot hoofdstad van Friesland te ontwikkelen, maar werd overvleugeld door Leeuwarden.

Op 12 mei 1500 werd de stad belegerd door een leger van 16.000 ontevreden Friezen tijdens Het beleg van Franeker naar aanleiding van de hoge pachten en belastingen die werden geheven door Albrecht en zijn zoons Hendrik 
en George van Saksen. Hendrik vestigde zijn zetel in de stad Franeker. Met het beleg van de stad richtten de Friezen niets uit doordat ze slecht getraind en georganiseerd waren. Hertog Albrecht van Saksen verzamelde in alle haast een talrijk leger om Hendrik en de stad Franeker te ontzetten. Uiteindelijk werden de Friezen op 16 juli 1500 verslagen en de stad ontzet. Op 26 maart 1501 schenkt Hendrik V van Saksen de stad Franeker een aanzienlijk (200 morgen) stuk buitendijks kwelderland, genaamd de Franekerlanden.

Toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in opstand kwam tegen Spanje, koos Franeker al vroeg de zijde van Willem van Oranje. Franeker werd hiervoor in 
1585 beloond met een universiteit, de Universiteit van Franeker, op de Universiteit van Leiden na de oudste van Nederland. Er werden vier redenen aangevoerd: het was goedkoper dan studeren in Leiden, de ouders konden beter op het gedrag van hun kinderen letten, het was goed voor de ontwikkeling van de bevolking en het geld dat de studenten zouden uitgeven bleef binnen de provincie. Aan deze "Franeker Academie", geschonken door de Friese stadhouder Willem Lodewijk van Nassau en geopend op 29 juli 1585, kon men theologie, rechten, medicijnen, klassieke talen, wijsbegeerte en wis- en natuurkunde studeren. Een van de studenten was prins Willem IV.

Het verhaal gaat dat inwoners van Franeker in de Middeleeuwen geprobeerd hebben een kerkklok te stelen uit Harlingen. Sindsdien worden de Franekers klokkendieven genoemd.

Franeker in de patriottentijd



In de 18e eeuw raakte de stad in verval, maar in de patriottentijd deed Franeker nog van zich spreken. In september 1785 werd het tweehonderdjarig bestaan van de Hogeschool gevierd. Prinses Wilhelmina van Pruisen 
nam deel aan de feestelijkheden zonder haar echtgenoot, die zich geconfronteerd zag met verlies aan macht en invloed en al zijn bevoegdheden wilde opgeven: overal in het land waren exercitiegenootschappen opgericht, het dragen van oranje was sinds enkele weken verboden en in 's-Gravenhage was hij uit zijn militaire functie ontzet. In mei 1787 werd het de studenten en professoren (zoals Johan Valckenaer) verboden deel te nemen aan de oefeningen van het exercitiegenootschap. De Staten van Friesland vaardigden eind mei bovendien een verbod uit om wapens aan te schaffen, met als gevolg dat de patriotten zich in hun vrijheid voelden aangetast. Binnen enkele dagen zouden in Friesland nieuwe regeringsreglementen in werking treden, met strengere eisen aan de vroedschapsleden. De Staten van Friesland waren bang voor een herhaling van wat zich in augustus 1786 in de stad Utrecht had afgespeeld: daar hadden de landelijk verzamelde exercitiegenootschappen de prinsgezinde leden van de stadsregering aan de kant gezet. Enkele weken later dreigde een Pruisische inval en meteen werden in sommige plaatsen defensiegenootschappen opgericht, want het gewest Holland wilde geen excuses aanbieden voor de aanhouding van de prinses, die naar Goejanverwellesluis was opgebracht.

Op 19 augustus werden 7000 pond kruit en wapens naar Franeker vervoerd. Op de 23e werd een nieuw transport van 6.000 pond afgeleverd. Op de 27e kwamen afgevaardigden van Gedeputeerde Staten poolshoogte opnemen en eisten het kanon op. Ze werden de stad uitgejaagd.[2] Eind augustus 1787 trok een tiental rebellerende Friese Statenleden, onder leiding van 
Court Lambertus van Beymazich terug in Franeker, nadat Provinciale Staten iedere steun aan Holland (en de stad Utrecht) verboden had. Franeker werd in staat van verdediging gebracht toen er een gerucht ging dat de cavalerie en infanterie uit Leeuwarden op komst was. Harlingen had geweigerd mee te werken en de aanvoer van manschappen, wapens en munitie via Makkum was geen succes. De discipline was ver te zoeken, de drank vloeide rijkelijk; steun vanuit de bevolking bleef achterwege.

Toen Pruisische troepen steeds meer oprukten naar het Noorden, verlieten de tot wanhoop gedreven leiders op zondagmiddag 23 september de stad na de kerkdienst. De aftocht verliep zo rommelig en zo overhaast dat ze vergaten de uiterst belastende, ondertekende declaratoiren (documenten) mee te nemen. De leiders schoven elkaar de schuld in de schoenen en hadden jaren later nog ruzie, toen ze in Frankrijk hun terugkeer afwachtten.

De kopstukken zijn via Workum, waar de prinsgezinden de stuipen op het lijf werden gejaagd, door te roven en te schieten, via Lemmer of 
Stavoren naar Amsterdam gevlucht. Een enkeling vluchtte via Groningen of Ameland naar Duitsland zoals Eise Eisinga. Een twintigtal patriotten uit Franeker werd gevangengezet in het blokhuis te Leeuwarden en veroordeeld. Uiteindelijk zou ook een tiental patriotten uit Bolsward de dupe worden, omdat de raad van Bolsward als enige stad in Friesland de Pretense Staten had erkend. Zie ook De Patriottentijd in Bolsward.

19e en 20e eeuw



In 1811 liet Napoleon de universiteit sluiten. De opvolger van de Franeker Academie was het Rijksatheneum, dat van 1815 tot 1847 heeft bestaan, maar - evenals zijn voorganger - uiteindelijk tenonder ging bij gebrek aan studenten. De collectie van de universiteitsbibliotheek, die veel zeldzame oude drukken bevat, werd overgebracht naar de provinciale bibliotheek te Leeuwarden (thans: Tresoar).

Ofschoon de stad niet meer over een universiteit beschikt, vinden er toch nog af en toe academische promoties plaats. Promovendi van de Rijksuniversiteit Groningen die promoveren op een onderwerp dat met Friesland te maken heeft of die een band met Friesland hebben, mogen hun proefschrift in de Franeker Martinikerk verdedigen.

In 1984 werden de gemeenten Franeker en Franekeradeel, alsmede een deel van de gemeente 
Barradeel samengevoegd tot de gemeente Franekeradeel. Wegens herhaaldelijke tekorten op de gemeentelijke begroting stond de gemeente Franekeradeel tot 2005 onder curatele van de provincie Friesland.

Tekorten probeert men tegenwoordig te minimaliseren met meerdere bouwprojecten en het laten ontginnen van gas en zout uit de aardbodem van de gemeente Franekeradeel en omstreken. Door de gevolgen van de zout- en gaswinning was de bodem van Franeker in juni 2007 al met 20,5 cm gedaald.[3]

In 2008 bezochten Koningin Beatrix en haar familie Franeker in het kader van Koninginnedag 2008.

Kunst en Cultuur

Monumenten



Een deel van Franeker is een beschermd stadsgezicht, een van de beschermde stads- en dorpsgezichten in Friesland. Verder zijn er in het stadje tientallen rijksmonumenten, zie daarvoor de lijst van rijksmonumenten in Franeker.

Franeker-centrum-OpenTopo.jpg

Kaart van het oude centrum van Franeker.

Musea

  • Museum Martena. In oktober 2003 bleek het museum 't Coopmanshûs in Franeker in bezit van de oudste eikenhouten kast van Nederland. De tweedeurs archiefkast stamt uit circa 1550, en is gemaakt van eikenhout van voor 1550, dat afkomstig is uit de Baltische staten, zo bleek na dendrologisch onderzoek. In 2006 verhuisde museum "'t Coopmanshûs" naar de Martenastins aan de Voorstraat. Het heet sindsdien: Museum Martena. Sinds juli 2006 is het museum weer open voor het publiek. De vaste collectie is gewijd aan o.a. de stadsgeschiedenis, de Franeker Academie en Anna Maria van Schurman.
  • Planetarium van Eise Eisinga.

Bron: Wikipedia